Wisselende selectie. Op dit moment een aantal gedichten uit Groeipijn (nog in ontwikkeling). Over opgroeien in een imperfecte wereld, groot worden en je dromen verliezen of hervinden, over tijd die niet te vangen is, soms als water door je vingers glipt.
///
Houd de tijd
Zo zal ik je herinneren
Wanneer je mij ontgroeid bent
Jij groot, ik gerimpeld
Jij in bloei, ik in de herfst
Het licht van links op je gekleurde Hema rookworstpyjama
Het puntje van je tong een beetje naar buiten
Er is chaos van spullen en geluid
Maar jij werkt ongestoord, ongehinderd
Op je mooist als je je onbespied waant
In opperste concentratie breng je een van je projecten groot
Je bent een mooimaker
veel zachte aandacht en soms een plotse wilde frustratie
Niet nu.
Je werkt als een dwerg aan een koningskroon
en zou mijn geheugen waterdicht zijn
zou ik weten hoe het verderging
zou ik weten of je opkeek
je gezicht, de blije verbazing
als het af is, mooi is
als je het gemaakt hebt
Ik weet niet meer of je zo keek, of het afkwam
Soms vergeet ik dat je groeit
tussen het tandenpoetsen en de boterhammen
Zo hard
Het is een spagaat hoe graag ik meer van je wil zien
hoe graag ik wil dat het zo blijft
jij zo blijft
Dus ik stop de tijd, hier en nu
en ik vang een machtig moment
van hoe jij precies jij
precies genoeg jij bent
///
De dromer
De dromer, de dromer
de dromer is terug
Ze zit hier voor in mijn hoofd
links in mijn hart
achterop mijn rug
Ongemerkt was ze gegaan
toen ik haar met een klein gebaar
de laan uit had gestuurd
buiten de deur
buiten het blikveld
En ze ging, keek niet eens om
of misschien continue
wanneer was ik klaar
om haar in de wang te knijpen
te zeggen ‘waar heb je uitgehangen’
hoe kwam je erbij om mij lang
en zoveel langer alleen te laten
met alle vaste vormen rechte paden
je zaakjes voor elkaar hebben
het zwart-witte met een doel
het concrete, zeker weten
lieve dromer, oude vriend
blijf bij me, hou me vast
pak mijn hand dan trekken we samen
ten strijde in dit land
waar ik als dromer ben geboren
zo nodig volwassen moest worden
waar ik om me heen keek, observeerde
hoe grote mensen liepen en leerde
te lopen op te grote schoenen
lieve dromer, oude vriend
dat is nu voorbij
nu struikelen we samen
nu ben jij weer mij
///
Moederziel alleen
Daar lag de angst
Belichaamd door een nieuw leven
Gewikkeld in een warme zachte deken
Van verpletterende verantwoordelijkheid
Zij heeft de angst in zijn oog gekeken
En waar zij hoopte alles te zien
Zag ze een blauwbleek niks
Zij heeft de angst in zijn oog gekeken
Besnuffeld en bescheten
Gepoogd bij de horens te vatten
Zij klemde hem stevig tegen haar borst en zei
Ik ga niet gewoon van jou houden
Ik zal van je houden als een volleerd olifantmoeder
Ik zal van je houden als de grootste walvis van haar enige pup
Ik zal van je houden alsof mijn leven ervan afhangt
Ik zal brullen tegen vingers
Ik sta klaar als een blauwe zwemkrab in ninjahouding
Met mijn rode scharen open en omhoog
En ik knip en plak een nieuwe wereld voor je
We zullen dit leven loslaten
Plakken pleisters vullen gaten
Als het moet verliest iemand een vinger
En ik zal mijn hart verliezen aan jou
Ik zal de kleur leren zien van een defect
Het wonderlijke imperfect
Het grootse, de glimmende gratie
van een gloednieuwe kijk op perfectie